Voor wie?

Voor wie?

Mijn hulp is voor gezinnen met ingewikkelde problemen. Iedere ouder heeft wel eens moeite om het juiste antwoord te vinden op de vraagstukken die horen bij opgroeiende kinderen. Het wordt ingewikkeld, wanneer je al veel hebt geprobeerd en niets lijkt te werken, of er veel op het spel staat. Vaak nemen het gevoel van machteloosheid en ongerustheid dat sterk toe.

Ik kan zo intensief als nodig aan de slag met een gezin wanneer er veel op het spel staat. Dit wordt vaak spoedeisende hulp genoemd. Je kan hierbij denken aan:

Ouders die niet meer op 1 lijn zitten, waar de kinderen de dupe van worden.

Huiselijk geweld, van ouders en/of kinderen.

Overmatig gebruik van middelen zoals drank of drugs.

Vechten met leeftijdsgenoten, stelen, liegen, vernielingen aanrichten.

Forse problemen op school of niet meer naar school gaan.

Problemen in de vrije tijd, ‘verkeerde’ vrienden of vriendinnen hebben, zoals bijvoorbeeld loverboyproblemen.

Voor wie niet?

Deze vorm van hulp is niet geschikt voor mensen met ernstige psychiatrische problematiek, zoals psychosen of suïcidaliteit. Deze mensen verwijs ik door naar een GGZ instelling en de GGZ crisisdienst.

Minder intensief, maar evengoed wel actief betrokken, bied ik ook hulp aan. Deze hulp kan ook geboden worden bij problemen die minder escalerend zijn maar evengoed wel zorg behoeven. Dit wordt vaak specialistische ambulante gezinsbehandeling genoemd. Je kan hierbij denken aan:

Gezinnen waarbij de samenwerking tussen ouders niet soepel verloopt, en ouders niet op één lijn zitten.

Gezinnen waarbij er tussen ouders en kinderen veel strijd is en er weinig ruimte lijkt voor gezamenlijkheid en betrokkenheid met de kinderen.

Kinderen en jongeren die ruzie maken, de baas spelen, niet om hulp vragen, geen affectie tonen, schreeuwen bij normale frustraties, spullen stuk maken, constant aandacht vragen, slecht oogcontact maken, liegen, stelen, problemen hebben met leeftijdsgenootjes.

Kinderen en jongeren die zich vastklampen, terug trekken, niet om hulp vragen, slecht oogcontact maken, algemene angst ervaren, problemen hebben in het contact met leeftijdsgenootjes.

Oorzaken van bovenstaand gedrag zouden bijvoorbeeld kunnen liggen in gevoelens van angst, kwetsbaarheid, weinig vertrouwen hebben in een ander, niet in staat zijn emoties (positief en negatief) te reguleren, etc.

Oorzaken van bovenstaande problemen zouden bij ouders kunnen liggen in de liefde voor en betrokkenheid bij je kind, in de wens een goede ouder te zijn, in een gevoel van schaamte als ouder, niet in staat zijn je kind te begrijpen, onvoldoende steun ervaren van je partner, etc.